Dutch Verb Conjugation Practice

Photo

Oké, ik zal de zinnen in het Nederlands analyseren en de juiste werkwoordsvormen invullen.

Задание 1: Woensdag (среда)

  1. Hij (beloven t.t.) veel, maar doet weinig.

    • beloven is hier een tegenwoordige tijd (t.t.) werkwoord. Omdat het onderwerp "hij" is, gebruiken we de stam + -t.
    • Antwoord: Hij belooft veel, maar doet weinig.
  2. (Bekleden t.t.) hij nog steeds de functie van secretaris?

    • bekleden is hier een tegenwoordige tijd (t.t.) werkwoord. Omdat het onderwerp "hij" is, gebruiken we de stam + -t.
    • Antwoord: Bekleedt hij nog steeds de functie van secretaris?
  3. De mensen (beweren v.t.) dat de chauffeur onschuldig was.

    • beweren is hier een verleden tijd (v.t.) werkwoord. Omdat het onderwerp "de mensen" (meervoud) is, gebruiken we de meervoudsvorm van de verleden tijd.
    • Antwoord: De mensen beweerden dat de chauffeur onschuldig was.
thinking img
progress gif

Tekst gekopieerd
Klaar
Fout
×