Dutch Grammar Exercises: Identifying Verb Phrases, Subjects, and Direct Objects

Photo
maak deze

Oké, ik zal de opdrachten 1-3 maken. Het zijn grammatica-opdrachten waarbij we de woordgroepen (wg), het onderwerp (o) en de lijdend voorwerp (lv) moeten bepalen.

Задание 1

Opdracht 4: Opeens viel de slang de kangoeroerat aan.

  • wg (werkwoordelijk gezegde): viel ... aan
  • o (onderwerp): de slang
  • lv (lijdend voorwerp): de kangoeroerat

Uitleg:

  • Het werkwoordelijk gezegde (wg) bestaat uit alle werkwoorden in de zin. In dit geval is dat "viel" en "aan".
  • Het onderwerp (o) is wie of wat de handeling uitvoert. Hier is dat "de slang" (wie valt aan?).
  • Het lijdend voorwerp (lv) is wie of wat de handeling ondergaat. Hier is dat "de kangoeroerat" (wie wordt aangevallen?).

Задание 2

Opdracht 5: De rat trakteerde het reptiel op een waanzinnige karatetrap.

  • wg (werkwoordelijk gezegde): trakteerde
  • o (onderwerp): de rat
  • lv (lijdend voorwerp): het reptiel

Uitleg:

  • Het werkwoordelijk gezegde (wg) is het enige werkwoord in de zin: "trakteerde".
  • Het onderwerp (o) is wie de handeling uitvoert: "de rat" (wie trakteerde?).
  • Het lijdend voorwerp (lv) is wie of wat direct wordt beïnvloed door de handeling: "het reptiel" (wie werd getrakteerd?). "Op een waanzinnige karatetrap" is een voorzetselvoorwerp.
thinking img
progress gif

Tekst gekopieerd
Klaar
Fout
×